Kwaliteitscriteria
In de praktijk van het diaconale werk blijkt dat je 4 typen diaconaal werk kunt onderscheiden. Je hebt activiteiten die gericht zijn op "beleid maken", zoals gebeurt door parochiebesturen, parochiële caritasinstellingen, bovenwijkse werkgroepen en nog zoveel meer. Bij activiteiten rond "bewust worden" kunt u denken aan diaconale wandelingen, gespreksgroepen, ontmoetingsactiviteiten en vriendschapsbanden met andere steden of parochies op de wereld. Een derde type activiteiten hebben te maken met "er zijn" voor een ander, denkt u aan inloophuizen en maatjesprojecten. Een laatste type activiteiten staan in het teken van "iets doen", zoals opvang van asielzoekers, voedselbanken en zoveel meer concrete hulp aan mensen in nood. Voor deze typen activiteiten heeft u verschillende bekwaamheden nodig, iemand die bij een voedselbank werk, hoeft niet te weten hoe zij/hij een visienota maakt, en omgekeerd hoeft een portefeuillehouder diaconie in een werkgroep geen bedden te regelen voor een gezin in nood. Zo zijn de verschillende bekwaamheden beschreven per type activiteit. Deze bekwaamheden vormen de belangrijkste criteria voor het scholingsmateriaal. De bekwaamheden zijn nog weer onderverdeeld in wat je moet weten (b.v. aan theorie), wat je moet kunnen (aan vaardigheden, b.v. communicatie, organiseren) en wat je moet zijn (aan houding, b.v. enthousiast, geduldig)
Daarnaast zijn er de volgende criteria ontwikkeld : -Is het materiaal actueel genoeg voor onze Nederlandse, katholieke, diaconale werksituatie? -Stimuleert het materiaal didactisch gezien tot kritisch, creatief en methodisch werken en stimuleert het enthousiast werken? -Is het materiaal goed gedocumenteerd, beproefd en gebaseerd op een reële situatie? -Is het vernieuwend en verrassend? Niet al het materiaal is even goed, vandaar dat het 1, 2 of 3 visjes krijgt. Zo ziet u wat het goede, het betere en het beste materiaal is.
|